Zijn we nu, tachtig jaar na de catastrofes van voorgaande eeuwen zover gekomen dat het Joodse volk, de christelijke kerken en de islamitische umma, religieuze gemeenschappen aan het worden zijn waarin het gebod van liefde en vrede onder de mensen, als onderdeel van het Verbond dat de Schepper met heel de mensheid sloot, centraal komt te staan? Gezien de gebeurtenissen sinds 7 oktober 2023 heb ik slechts sporadische signalen in deze richting waargenomen. Halacha, Gods woorden naleven, ook voor christenen en moslims volgens het concept van de Thora voor de volkeren, de zeven Noachidische geboden, met hart en ziel, dat verandert de wereld ten goede, dat werkt aan tikkoen olam en voorkomt dat interne driften onszelf en Gods Verbond bezoedelen. In dit betoog beperk ik mij tot de dialoog tussen joden en christenen.
Of christenen in het Verbond van de Heilige, gezegend zij Hij, met Israël geïntegreerd kunnen worden, hangt volgens mij af van het religieuze zelfverstaan en de verhalen waarin dat zelfverstaan is verankerd. Het antwoord ligt bij degenen die de essentie van het Verbond in de Tenach voor zichzelf laten spreken. Joden en christenen houden vast aan de legitieme uitgangspunten van hun geloof, maar laten helaas nog te weinig ruimte voor het zelfverstaan van de ander.
Duidelijk moet zijn, in dialoog, tijdens het leren en het vieren van feesten dat de erkenning van het hedendaagse Joodse volk in het land Israël – als Gods partner in het familieverbond met Abraham, Izaäk en Jakob en in het volksverbond van Sinaï – een fundamenteel uitgangspunt is dat in absolute zin binnen elke christelijke theologie erkend dient te worden. Ik verwijs hierbij naar de Hebreeënbrief (12:18), waarin staat: “Want u bent niet genaderd tot een tastbaar en laaiend vuur, met duisternis, donderwolken en stormwind, waarin de trompet klonk en de Stem de woorden sprak, en de toehoorders smeekten dat hij niet langer tot hen zou spreken…” (zie ook Exodus 19). De voormalige paus Johannes Paulus II sprak herhaaldelijk in deze geest, maar helaas komt dit te weinig aan bod in het
hedendaagse christelijke debat.
Door onze aanspraak op de enige waarheid – zoals prof. dr. Moshe Idel stelt – te beperken, maken we ruimte vrij voor zelfkritiek, ook voor kritiek van buiten, voor nieuwe inzichten en voor het laten waaien van Gods geest. Als christenen, moslims en niet-joden deze ruimte niet zouden geven, dreigt niet alleen verstarring en zelfvernietiging, maar ook ontkenning en vernietiging van de Joodse ‘anderen’. Moge God dat verhoeden en ons bewaren in Zijn Verbond.
De kerk moet de verleiding weerstaan van de oude, antieke wereld met haar traagheid en verlangen naar verlossing uit deze wereld. De kerk dient de verleiding te weerstaan verlost te worden van het aardse, met al haar eindigheid en lasten, en in te gaan op de valse hoop van ontsnapping naar een volmaakte ideële werkelijkheid in het hiernamaals. Als christenen, moslims en niet- joden dit escapisme zouden toestaan, dan valt de wereld in handen van schurken zoals Hitler, Stalin, Pol Pot, Saddam Hussein en Assad. Nee, niet zo: als wij als partners in het Verbond deze onvolmaakte wereld omarmen en naar vermogen verbeteren, dat is Gods Verbond doen in de realiteit van het hier en nu.