In de jaren 1993-1995 studeerde ik wijsbegeerte en spiritualiteit aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ik had mijn actieve militaire dienst als officier bij de Koninklijke Luchtmacht net afgesloten in september 1993 en kon mijn hartenwens vervullen om te gaan studeren bij prof. Dr. Theo de Boer, helaas overleden in 2020. Ik had toentertijd geen flauw benul van mijn Joodse afkomst, mijn moeder en haar zusters hebben daar nooit en te nimmer iets over verteld, maar ik was er wel al op eigen houtje intensief mee bezig.
Tijdens een college vroeg een van mijn medestudenten aan de prof.: Wat is de definitie van spiritualiteit? Zijn antwoord op die vraag heb ik nooit vergeten, hij zei: Als ik dat weet, dan ga ik wat anders doen. Was daarmee het laatste woord gezegd? Neen, natuurlijk niet. Prof. de Boer wilde hiermee aangeven dat er naast de wereld van de definities, zoals gebruikelijk in de bestudering van het natuurwetenschappelijke wereldbeeld nog een andere werkelijkheid bestaat die niet te vangen is in definities, Bij die werkelijkheid hoort het spreken over spiritualiteit in filosofie, theologie en poëzie.
Tegenwoordig hoor je vaak mensen spreken over spiritualiteit als een containerbegrip. In een container daar kun je van alles ingooien wat de schijn wekt dat het met echte spiritualiteit te maken heeft. Echter, wat er in die container zit is m.i. vaak slechts humbug, afval en schone schijn.
Vier dingen zijn van groot belang als we onszelf afvragen wat ons als Joden drijft om met elkaar een levende en vruchtbare gemeenschap te vormen, die in stand te houden, te laten groeien en bloeien én ons te verbinden met wat ons vanuit vorige generaties aangeboden wordt als waardevol en onmisbaar. Vanuit welke bronnen leven we eigenlijk, persoonlijk, maar ook als gemeenschap? Wat brengt ons ertoe te doen wat we doen en wat we willen zijn? Niet alleen wat we zijn, maar ook wat we willen zijn, worden en blijven. Dat is de essentie van de vraag naar spiritualiteit.
Prof. de Boer hield ons als studenten drie fundamentele vragen voor ten aanzien van spiritualiteit als mogelijkheid en wel:
- Wat kan ik weten?
- Wat moet ik doen?
- Waarop mag ik hopen?
Alvorens hier verder op in te gaan, ontdekte ik dat er een parallelle drieslag voorkomt in het Jodendom die allerwegen als constituerend beschouwd wordt binnen de Joodse traditie en die te vinden is bij alle Joodse denominaties, en wel:
- Leren
- Ethiek
- Vieren
Ik leg de woorden, de concepten zo u wilt, bij elkaar.
Wat kan ik weten? Wat dienen we dan te leren? Het gaat hier m.i. om de kennis van onze prachtige Joodse traditie in alle opzichten, zoals te vinden in onze cultuur en literatuur, die te vermeerderen, want maakt ons spiritueel rijker en vergroot ons geestelijke bezit.
Wat moet ik doen? Ethiek is te beschouwen als de reflectie op ons morele gedrag. Daarin gaat het toch om de manier waarop we met elkaar om gaan als mensen, als lid van een kehilla, maar ook als lid van de grotere Joodse gemeenschap in Nederland en daarbuiten? Wat doen we voor- en met elkaar en maakt ons dat gelukkig(er)? Dat geldt onverkort ook voor goedwillende mensen die bij ons te gast zijn en/of de wens geuit hebben zich bij ons aan te sluiten.
Waar mag ik op hopen? Wat vieren we eigenlijk met elkaar bij onze bijeenkomsten op shabbat en feestdagen? Laten we ons spirituele bewustzijn vergroten, waarin het gaat om godsdienstig leven, om onze persoonlijke en gemeenschappelijke geleefde godsdienstigheid? Het gaat hier m.i. om niets anders dan om een optiek waarmee we de wereld en de werkelijkheid waarin we leven beschouwen. Werkelijke authentieke spiritualiteit is erop gericht om ons te verbinden met de Naam (het programma) van de Onuitsprekelijke, waar we nochtans niet over zwijgen kunnen. Dat doen we persoonlijk, en met elkaar in aandacht, gebed en lofprijzing op shabbat en tijdens Joodse feestdagen. Dat alles krijgt gestalte en wordt uitgezegd/uitgezongen in de Joodse Liturgie. Liturgie te verstaan als dienst aan haShem, dienst aan de mens en dienst aan de wereld.
Er is ook nog een andere optiek mogelijk die ik, en ik hoop van harte dat u lezers die met me willen delen, m.i. van groot belang is. Dat is de optiek van de esthetiek. Dat is het zicht op het schone. Wat we doen, wat we zintuigelijk beleven en uitdragen naar buiten dient ook schoonheid te bezitten. Het moet eenvoudig gezegd ook mooi zijn. Cultuur, muziek, gezang, literatuur, poëzie (pyutiem), kunst in alle vormen, daarvan met elkaar genieten dat hoort ook bij onze Joodse spiritualiteit. Onze kleding, gewaden, kleden, kleuren, meubilair, de inrichting van de synagoge, architectuur, verlichting en ga zo maar door. Dat alles bij elkaar genomen is m.i. ook een wezenlijk deel van geleefde Joodse spiritualiteit.
Ik sluit af. Alle elementen hierboven beschreven zijn die niet te beschouwen als bouwstenen voor een stevig fundament waarop het spirituele gebouw van onze kehilla gegrondvest kan worden voor nu en in de nabije toekomst? Wij allen zijn uitgenodigd om daaraan mee te bouwen met ieders persoonlijke talenten en mogelijkheden. Dat is echte authentieke en praktische Joodse spiritualiteit. Zo moge het zijn.
Ehud Posthumus