Bron de Limburger

Venlo bemoeide zich niet actief met de roof van joods vastgoed. Het stadsbestuur hief na de oorlog wel belastingen voor de synagoge, die tijdens de oorlog in handen was van de bezetter. Dat blijkt uit een rapport naar de confiscatie van joods onroerend goed in de Tweede Wereldoorlog en de rol van de gemeente Venlo daarin.
Het bedrag van 2.500 euro heeft te maken met naoorlogse belastingen die Venlo de joodse gemeente oplegde. Die belastingen werden geheven over de synagoge, waarvan Venlose joden in de oorlog geen gebruik konden maken. De gemeente stuurde na de oorlog heffingen voor niet-betaalde belastingen en weggelekt leidingwater. ‘Deze heffingen werden na protesten ten dele teruggedraaid. Vanuit hedendaags perspectief moeten die heffingen als onterecht worden beschouwd’, schrijft het college van burgemeester en wethouders in een brief aan de gemeenteraad.
Begraafplaats schenken
Dat betekent niet dat Venlo de beurs niet trekt. De meest in het oog springende andere maatregelen die Venlo aan het onderzoek verbindt, zijn het maken van publieke excuses en herstel van de muren op de joodse begraafplaatsen, waarvan de kosten volgens Venlo oplopen tot vier ton. Het college van burgemeester en wethouders wil de oude joodse begraafplaats vervolgens schenken aan het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), maar het onderhoud kosteloos zelf blijven uitvoeren.
Het besluit van de gemeente Venlo is schandalig. De joodse gemeente wordt afgescheept met de reparatie van achterstallig onderhoud van de begraafplaatsen. De NIHS is immers geen eigenaar van deze begraafplaatsen. Dat is de gemeente Venlo. De gemeente Venlo had als een goed huisvader voor deze begraafplaatsen moeten zorgen en heeft dat nagelaten. Om nu het het herstel te presenteren als een mooi gebaar is verwerpelijk, temeer omdat er bedragen aan gekoppeld worden, zodat de bestuurders zich op de borst kunnen slaan en publiekelijk kunnen zeggen dat zij toch uitzonderlijk goed zijn voor de joden. Datzelfde geldt voor de overdracht van de oude begraafplaats die de gemeente wil overdragen aan het NIK. Ook hier wordt voor de bühne er een commerciële prijs van ruim 8.000 euro aangekoppeld, terwijl iedereen weet dat deze grond niets waard is, omdat er nooit op gebouwd zal mogen worden. Het aanbieden om niet is niet meer dan gebruikelijk en gebeurt overal. Het monument van de oude synagoge in eren herstellen, had al lang moeten gebeuren. Ook het budget voor educatie stelt feitelijk niets voor. Nadat de gemeente Venlo na aandringen van de bevolking besloten had het Moser- Schuren huis te restaureren en er een educatief centrum van te maken, krijgt de joodse gemeenschap dit ook als gebaar van verzoening aangeboden. Kortom alle maatregelen die de gemeente Venlo naar aanleiding van het onderzoek heeft genomen stellen niets voor en hebben niets met de uitkomsten van het onderzoek te maken. Het rapport over Venlo schets een zwart beeld van een bestuur dat zowel in de oorlog als na de oorlog heel fout bezig was. Het lijkt er sterk op dat het huidige bestuur weinig geleerd heeft van het verleden. Kortom zeer teleurstellend en een gotspe ten opzichte van de gemeenten in Limburg die deze verantwoordelijkheid wel namen.