In de jaren dertig werd Maastricht een toevluchtsoord voor Joden uit Duitsland. Een van hen was Yitzhak Nir, geboren in 1927 in Krakau. Als kind kreeg hij een ernstige heupinfectie, en zijn ouders verhuisden naar Duitsland voor betere
medische zorg. In Essen onderging hij behandelingen, maar na Hitlers machtsovername in 1933 werd het leven voor Joden steeds moeilijker. Het gezin besloot Duitsland te ontvluchten en vond in Maastricht een tijdelijke veilige haven.
De Joodse gemeenschap aldaar was klein met ongeveer 60 families. Er was geen vaste rabbijn, en de dagelijkse synagogediensten konden alleen plaatsvinden dankzij de Joodse vluchtelingen uit Duitsland, die ervoor zorgden dat er genoeg mannen waren voor een minjan. Op de katholieke school moest Yitzhak zich aanpassen. Toen hij vroeg om op sjabbat en Joodse feestdagen vrij te krijgen, keek de schooldirecteur
hem verbaasd aan.
“Waarom wil je op zaterdag niet naar school?” vroeg hij. Het was de eerste keer dat hij een Joodse leerling had met zo’n
verzoek. Toch werd Yitzhak met rust gelaten en mocht hij op religieuze dagen thuisblijven.
Op 10 mei 1940 werd Maastricht door de Duitsers bezet.
In eerste instantie veranderde er weinig, maar al snel volgden anti-Joodse maatregelen. In november 1942
werd zijn familie opgepakt en naar kamp Westerbork gestuurd. In maart 1943 kreeg Yitzhak een ansichtkaart die zijn ouders uit de trein hadden gegooid. Ze schreven dat ze “naar het oosten” werden gestuurd.
Dankzij “Arie” uit het verzet dook Yitzhak onder in verschillende Limburgse dorpen.
Eerst bij een calvinistisch gezin in Treebeek, dat hem uit religieuze overtuiging beschermde. Later bij
een mijnwerkersfamilie. In hun huis werd een schuilruimte onder de vloer gemaakt voor noodgevallen.
Hij hoorde zijn onderduikmoeder ooit tegen een buurvrouw zeggen: “Nee hoor, bij ons woont niemand extra.” Die leugen redde zijn leven. In augustus 1944 zag Yitzhak Duitse soldaten in paniek vluchten. Op 18september 1944, tijdens Rosj Hasjana, hoorde hij dat Maastricht was bevrijd. Na meer dan twee jaar onderduik kon hij eindelijk naar buiten.
Yitzhak keerde terug naar Maastricht maar niemand van zijn familie had de oorlog overleefd. Hij probeerde zijn leven opnieuw op te bouwen, maar voelde zich nergens meer thuis. In 1946 sloot hij zich aan bij de zionistische beweging en vertrok illegaal naar Palestina om een nieuw bestaan op te bouwen.
Jarenlang stuurde hij met Kerstmis dadels uit Israël naar de families die hem verborgen hadden.
Nir’s ouders en broer (familienaam Buttereig) werden in Auschwitz vermoord op 26 februari 1943